Goed zijn lijmen die oneffenheden opvullen, de zogeheten vulkaniserende lijmen. Vaak is een ondervloer niet precies, het heeft putjes. Een vloerlijm die de putjes kan opvullen geeft een beter hechting. Lijmen zijn verwant aan kitten, en een vulkaniserende lijm is die tussenweg tussen lijm en kit. Beslissen welke vloerlijm geschikt is, begint met het inspecteren van de te lijmen materialen. Is de betonvloer net afgestreken, dan zijn alle vloerlijmen geschikt. Is de vloer minder egaal, dan een vulkaniserende lijm. Betreft het een vloer in de industrie waar chemicaliën of heet water op kan komen, de twee componentenlijm.

Lees hier over vloerlijm van hoge kwaliteit. Hierin wordt geen onderscheid gemaakt met lijmen voor de doe-het-zelver, een klusbedrijf, en vloerlijmen voor de industrie. Het verschil is immers minimaal; zo is het verschil tussen seconden- en industrielijm enkel minder oplosmiddelen. Hoe minder oplosmiddel, hoe zuiverder, hoe beter de kwaliteit. Het is nu mogelijk dat een doe-het-zelver over vloerlijm met weinig oplosmiddel kan beschikken.

Het is al een oud gegeven, twee componenten; een pasta waar los een verharder bij moet. Als dat goed gemengd is en eveneens goed verwerkt, ontstaat er een chemische reactie die niet meer te ontbinden is. Het leek de vinding, maar niet alle lijmen zijn twee componenten geworden. Het lijkt ook onnodig, als je bijvoorbeeld PVC wil vastlijmen, moet dat dan wel met twee componenten vloerlijm zijn? Een PVC vloer moet vastliggen zodat het niet omhoog komt bij de deur, en dat je tijdens het stofzuigen de vloerbedekking niet omhoog trekt. De vloerlijm moet zich hechten aan de betonnen ondervloer en de PVC vloerbedekking, maar hoeft niet die vaste verbinding te zijn die niet te verbreken is. Twee componenten is goed als een verbinding bijvoorbeeld kokend water of zeewater moet kunnen verdragen. Daarbij is twee componentenlijm meestal langer houdbaar, maar om PVC vast te lijmen aan de ondervloer, is twee componenten niet nodig.